Bestuur en toezicht stichtingen en verenigingen veranderen

dinsdag 21 juni 2016

Er komen nieuwe regels voor het bestuur en toezicht van de stichting, vereniging, de coöperatie en onderlinge waarborgmaatschappij. Daardoor gaat er het nodige veranderen. Doel is de kwaliteit van het bestuur en toezicht op deze rechtspersonen te verbeteren.

Wat verandert er?

Er komt een wettelijk kader voor toezicht op het bestuur door een raad van commissarissen (die ook raad van toezicht mag blijven heten). Het wordt ook mogelijk te kiezen voor een systeem met toezichthouders in het bestuur zelf door taken binnen het bestuur te verdelen over uitvoerende en niet-uitvoerende bestuurders (het zogenaamde monistisch bestuursmodel). Verder komt duidelijkheid door vastlegging over de uitgangspunten die bestuur en toezicht bij de uitoefening van hun taak in acht moeten nemen. Het belang van de rechtspersoon staat voorop. Het gaat er dan om wat er van bestuurders wordt verwacht maar ook hoe te handelen bij een tegenstrijdig belang. Zo kan bestuur en toezicht beter op hun prestaties worden afgerekend en kan er zo nodig ook worden ingegrepen als bestuur en toezicht niet voldoende functioneren.

Er komt ook duidelijkheid met een basisregeling voor aansprakelijkheid van bestuurders en toezichthouders o.a. ingeval van faillissement.

Effect zou moeten zijn dat bestuur en toezicht worden versterkt met betere “tools” om in te grijpen als het belang van de rechtspersoon wordt geschaad.

Herkenbaar?

Ja. De nieuwe regeling voor de stichting, vereniging, coöperatie en onderlinge waarborgmaatschappij kunnen heel goed bekend voorkomen. Dat komt omdat een groot deel van de veranderingen worden vormgegeven door de bestaande regels voor de NV en de BV te laten “verhuizen” naar een algemeen deel van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.

Voor wie?

Door deze verhuizing gaan de algemene regels in het algemene deel van Boek 2 BW gelden voor alle rechtspersonen en dan dus ook voor de stichting, vereniging, coöperatie en onderlinge waarborgmaatschappij.

Ook verenigingen en stichtingen in zorg, onderwijs en volkshuisvesting zullen onder de nieuwe regels gaan vallen, net zoals goede doelen en de stichting administratiekantoor (stak). De bedoeling is ook juist dat er nog sectorspecifieke aanvullende regels kunnen worden gesteld (denk o.a. aan de zorg, het onderwijs, de semipublieke sector).

Om te voorkomen dat vrijwilligers zich minder graag willen inzetten als bestuurder van bijvoorbeeld een sportclub of buurtvereniging, worden er voor onbezoldigde bestuurders van niet-commerciële verenigingen en stichtingen uitzonderingen gemaakt en gelden er voor hen soepelere regels.

Wanneer?

Naar verwachting wordt het 2017 voordat het wetsvoorstel door de Tweede Kamer en Eerste Kamer is goedgekeurd en van kracht wordt. Bestaande en nieuwe stichtingen kunnen echter nu al rekening houden met de wijzigingen die komen en daarop op tijd anticiperen.

Is het bestuur en toezicht van “uw” stichting al toekomstproof?

Terug naar overzicht