De stand van zaken in het familie- & erfrecht

15-05-2020

De meest besproken wetsvoorstellen in familie- & erfrecht.

Jennifer

Fluitman-Marinussen

Notaris

Familie- & erfrecht


bekijk profiel

“Hoe zit het met de maximale duur van de partneralimentatieverplichting? Er is toch een nieuwe wet in werking getreden waardoor de maximale termijn van twaalf naar vijf jaar is gegaan?” en “Ik ga trouwen, door de nieuwe wet trouw ik toch niet meer in gemeenschap van goederen?”, zijn vragen die in mijn praktijk wekelijks gesteld worden. En dat is niet zo gek, er zijn verschillende wetsvoorstellen in behandeling waarover we zo nu en dan iets teruglezen in de krant, iets horen op het nieuws en waar in de verkiezingsstrijd mee geschermd wordt. Maar wat is nu precies de stand van zaken van de wetsvoorstellen met betrekking tot het familie- en erfrecht? Wij zullen u op de hoogte houden ten aanzien van de meest besproken wetsvoorstellen. De inhoud van deze update is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.

Wetsvoorstel Beperking wettelijke gemeenschap van goederen

Strekking

De initiatiefnemers willen dat een beperkte gemeenschap van goederen de nieuwe standaard wordt van het huwelijksvermogensrecht. Enkel hetgeen de beide echtelieden gedurende het huwelijk hebben opgebouwd zal standaard in de gemeenschap vallen. Het voorhuwelijks vermogen, giften en erfenissen blijven voortaan tot het privévermogen behoren. Daarmee springt het wetsvoorstel in op een veranderende sociale werkelijkheid en sluit het wettelijk stelsel aan bij hetgeen – naar het oordeel van de initiatiefnemers – de meerderheid van de bevolking als wenselijk beschouwt en internationaal bezien meer gangbaar is.

Stand van zaken:

Het wetsvoorstel is nog niet aangenomen in de Tweede Kamer en aldus nog niet in werking getreden. Het voorstel (33.987) is op 19 april 2016 aangenomen door de Tweede Kamer en is in behandeling bij de Eerste kamer. De inbreng voor het (nader voorlopig) verslag vindt plaats op 14 februari 2017. Wanneer het verslag tijdig beantwoord zou kunnen worden zou het plenaire debat mogelijk op 7 maart 2017 plaats kunnen vinden.

 

 

Wetsvoorstel herziening partneralimentatie

Strekking:

Initiatiefnemers willen dat partneralimentatie eerlijker, simpeler en korter wordt. Zij veranderen de grondslag, vereenvoudigen de berekeningsmethode en verkorten de duur. Daarbij zijn de kansen op de arbeidsmarkt uitgangspunt, bijvoorbeeld in geval die kansen kleiner zijn als gevolg van een eventuele langdurige afwezigheid van de arbeidsmarkt tijdens het huwelijk. Het wetsvoorstel voorziet ook in een prikkel om (weer) financieel op eigen benen te gaan staan.

Stand van zaken:

Ook dit voorstel is nog niet in werking getreden. Het voorstel (34.231) is in behandeling bij de Tweede Kamer en zal aldus eerst moeten worden aangenomen door de Tweede Kamer waarna het voorstel vervolgens door de Eerste Kamer in behandeling wordt genomen.

Wet uitfasering pensioen in eigen beheer en overige fiscale pensioenmaatregelen

Strekking

Dit wetsvoorstel strekt tot de uitfasering van het zogenoemde pensioen in eigen beheer voor de directeur-grootaandeelhouder. De mogelijkheid van opbouw van een pensioen in eigen beheer wordt afgeschaft, gecombineerd met een tijdelijke maatregel die voorziet in de mogelijkheid van een fiscaal gefaciliteerde afkoop van het reeds opgebouwde pensioen in eigen beheer. Voor directeur-grootaandeelhouders die hier geen gebruik van kunnen of willen maken, voorziet het wetsvoorstel in andere oplossingen. Toekomstige pensioenopbouw kan aldus niet meer via de B.V. maar zou wel kunnen via een oudedagsvoorziening (bijvoorbeeld een pensioenpolis, premie te voldoen door de B.V.) dan wel via banksparen (privé lijfrente).

Stand van zaken

Het nieuwe voorstel is nog niet in werking getreden. Het voorstel (34.555) is op 17 november 2016 aangenomen door de Tweede Kamer. De Eerste Kamer heeft op 20 december 2016 de stemming over het wetsvoorstel aangehouden. De staatssecretaris van Financiën heeft bij brief van 20 december 2016 verzocht om uitstel van de stemming daar het wetsvoorstel een leemte zou bevatten. De staatssecretaris bereidt nu een novelle voor waarin hij de leemte in het oorspronkelijk wetsvoorstel repareert. De novelle zal eerst door de Tweede Kamer aangenomen moeten worden. Daarna kan de novelle samen met het wetsvoorstel weer in de Eerste Kamer worden behandeld. Beoogd behandelschema: stemming in de Tweede Kamer op donderdag 9 februari 2017 en stemming in de Eerste Kamer uiterlijk 7 maart 2017. Het voorstel zal mogelijk op 1 januari 2017 en aldus met terugwerkende kracht in werking treden.

Wilt u meer weten hierover of over uw eigen pensioen? Neem contact op met onze notarissen via onderstaand contactformulier.

Wetsvoorstel herziening kinderalimentatie

Strekking:

De initiatiefnemers willen met dit initiatiefwetsvoorstel de berekeningsmethodiek voor kinderalimentatie wettelijk verankeren. Daarbij wensen zij de in het algemeen door de rechterlijke macht gebruikte berekening welke niet in de wet is vastgelegd, te vereenvoudigen en transparanter te maken waardoor ouders zelf in staat zijn de berekening te maken. De duur van de kinderalimentatie wordt beperkt tot 18 jaar, tenzij het kind studeert of naar school gaat. In dat laatste geval ontstaat een recht op kinderalimentatie/een bijdrage in de kosten tot 23 jaar. Op dit moment zijn ouders verplicht te voorzien in de kosten van levensonderhoud en studie van hun meerderjarige kinderen die de leeftijd van 21 jaren nog niet hebben bereikt.

Ten aanzien van ouders die een volgende relatie aangaan, stellen de initiatiefnemers voor om de stiefouder geen financiële verplichting op te leggen voor de stiefkinderen. Daarnaast zullen financiële verplichtingen voor kinderen uit een eerdere relatie niet aangepast worden als er financiële verplichtingen ontstaan jegens kinderen die later met een andere ouder zijn verwekt.

Stand van zaken:

Het voorstel is nog niet in werking getreden. Het voorstel (34.154) is in behandeling bij de Tweede Kamer en zal aldus eerst moeten worden aangenomen door de Tweede Kamer waarna het voorstel vervolgens door de Eerste Kamer in behandeling wordt genomen.