Een aantal relevante fiscale wijzigingen op een rij – deel 2

Bent u directeur-grootaandeelhouder? Dan heeft u per 1 januari 2021 te maken met wijzigen in de fiscale wet- en regelgeving. Drs. Jos Brauwers, bedrijfs- en fiscaal econoom, geeft in twee blogs een selectie van een aantal relevante wijzigingen voor 2021. In deze tweede en laatste blog zal hij in gaan op een aantal overige wijzigingen. Hier kunt u nog eens terugkijken naar alle wijzigingen op het gebied van vennootschapsbelasting.

Overige wijzigingen

Wijziging tarief box 2

Het tarief in box 2 in de inkomstenbelasting bedraagt in 2021 26,9% (2020: 26,25%). Op basis van dit tarief en uitgaande van 15% vennootschapsbelasting bedraagt de gecombineerde belastingdruk (vennootschapsbelasting (Vpb) + aanmerkelijkbelangheffing (Ab)) voor de directeur-grootaandeelhouder vanaf 2021 ongeveer 37,9%.

De gecombineerde belastingdruk ontwikkelt zich sinds 2018 voor de directeur-grootaandeelhouder als volgt:

 

2018

2019

2020

2021

Vpb-tarief 1e schijf

20,00%

19,00%

16,50%

15,00%

Vpb-tarief 2e schijf

25,00%

25,00%

25,00%

25,00%

 

 

 

 

 

Tarief box 2 (Ab)

25,00%

25,00%

26,25%

26,90%

 

 

 

 

 

Gecombineerd: 1e schijf Vpb

40,00%

39,25%

38,42%

37,87%

Gecombineerd: 2e schijf Vpb

43,75%

43,75%

44,69%

45,18%

Wijziging gebruikelijk loon directeur-grootaandeelhouder

Het gebruikelijk loon voor een directeur-grootaandeelhouder bedraagt in 2021 € 47.000 (2020: € 46.000).

Wijziging tarief overdrachtsbelasting

De verkrijging van bedrijfspanden bestemd voor eigen gebruik of panden/woningen bestemd voor de verhuur wordt vanaf 1 januari 2021 belast tegen 8% overdrachtsbelasting. In 2020 was het tarief voor woningen bestemd voor de verhuur 2% en voor niet-woningen 6%.

De Baangerelateerde Investeringskorting (BIK)

De BIK is een tijdelijke (tot en met 31 december 2022) aanvulling op al bestaande meer specifieke stimuleringsmaatregelen zoals bijvoorbeeld de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA). Het is voor ondernemers mogelijk om verschillende investeringsregelingen tegelijkertijd te benutten.

De BIK is een afdrachtvermindering op de loonheffing. De hoogte van de afdrachtvermindering bedraagt 3,9% tot een investeringsbedrag van € 5 miljoen per kalenderjaar per BIK-inhoudingsplichtige en 1,8% over de investeringen voor het meerdere. Deze afdrachtvermindering is van toepassing op investeringen van tenminste € 1.500 per bedrijfsmiddel en ten minste € 20.000 per aanvraag.

Als investering voor de BIK worden investeringen aangemerkt die naar hun aard ook als investering zouden kwalificeren voor de KIA. De BIK is alleen van toepassing op een niet eerder gebruikt bedrijfsmiddel. De investeringsverplichting in het nieuwe bedrijfsmiddel moet zijn aangegaan op of na 1 oktober 2020. De bedrijfsmiddelen moeten in 2021 of 2022 volledig zijn betaald en binnen zes maanden na die betaling in gebruik zijn genomen. Verplichtingen ter zake van de verbetering van een bedrijfsmiddel en voortbrengingskosten ter zake van een bedrijfsmiddel komen niet in aanmerking.

De BIK-regeling wordt grotendeels uitgevoerd door de Rijksdienst voor ondernemend Nederland (RVO). Een bedrijf kan maximaal een keer per kwartaal een aanvraag doen. In de BIK-regeling zijn sanctiebepalingen opgenomen indien ten onrechte gebruik wordt gemaakt van de regeling.

Heeft u nog een vraag naar aanleiding van bovenstaande wijzigen of wilt u weten wat de gevolgen van deze wijzigingen voor uw situatie zijn, dan kunnen wij u dit inzicht in samenwerking met uw accountant en/of fiscalist geven. Neem hiervoor contact met ons op via onderstaand contactformulier.

 

 

Terug naar overzicht