7 belangrijke aspecten van bestuurdersaansprakelijkheid

donderdag 13 oktober 2022

Hoewel een besloten vennootschap (BV) in beginsel zelf aansprakelijk is voor haar schulden, zijn er toch situaties waarin een bestuurder persoonlijk aansprakelijk kan zijn. In deze blog gaan wij daarom in op 7 belangrijke aspecten van bestuurdersaansprakelijkheid. 

1. Wat is bestuurdersaansprakelijkheid?

Normaal gesproken is de bestuurder van een BV niet persoonlijk aansprakelijk voor schulden van de BV. Een BV is namelijk een rechtspersoon met een eigen vermogen en aansprakelijkheid. Dit betekent alleen niet dat de bestuurder dan nooit persoonlijk aansprakelijk kan worden gesteld voor schulden van de BV. Als een bestuurder zijn wettelijke verplichtingen niet nakomt of zich onbehoorlijk gedraagt, dan kan hij wel degelijk persoonlijk aansprakelijk worden gesteld. Dit heet bestuurdersaansprakelijkheid. Dit geldt ook als u niet officieel de bestuurder bent, maar wel feitelijk als bestuurder handelt.

2. Wat is onbehoorlijk bestuur?

Iedere bestuurder is tegenover de BV verplicht om zijn taak ‘naar behoren uit te voeren’. Zo moet het bestuur de jaarrekening tijdig publiceren en moet het bestuur administratie bijhouden. Wanneer een bestuurder een duidelijke fout heeft gemaakt en hem een persoonlijk verwijt kan worden gemaakt, is sprake van kennelijk onbehoorlijk bestuur. De maatstaf die hiervoor geldt, is dat er sprake is van een duidelijke fout en een persoonlijk verwijt, indien geen redelijk denkend bestuurder onder dezelfde voorwaarden zo zou hebben gehandeld. Het gevolg van kennelijk onbehoorlijk bestuur is dat de bestuurder persoonlijk aansprakelijk kan worden gesteld. Dit geldt voor zowel interne- als externe bestuurdersaansprakelijkheid. 

Let op: op grond van de wet wordt bestuurdersaansprakelijkheid, bij het niet tijdig deponeren van de jaarrekening of het niet voldoen aan de wettelijke administratieplicht, vermoed aanwezig te zijn. Er is dan dus sprake van kennelijk onbehoorlijk bestuur en de bestuurder kan aansprakelijk worden gesteld.

3. Interne bestuurdersaansprakelijkheid

We spreken van interne bestuurdersaansprakelijkheid als een bestuurder aansprakelijk is tegenover de vennootschap. Wanneer bij een bestuurder sprake is van ‘ernstig verwijtbare onbehoorlijke taakvervulling’, kan sprake zijn van interne bestuurdersaansprakelijkheid. De bestuurder van een BV is namelijk, zoals hierboven uitgelegd, tegenover de vennootschap verplicht om zijn taak ‘naar behoren’ uit te voeren. Of er sprake is van een ernstig verwijtbare onbehoorlijke taakvervulling, hangt af van factoren zoals de geldende taakverdeling binnen het bestuur, de aard van de activiteiten van de BV en de verplichtingen en taken die zijn vastgelegd in de statuten van de BV. Een bestuurder ontloopt aansprakelijkheid als hij aantoont dat zijn onbehoorlijke taakvervulling niet ernstig verwijtbaar is.

4. Externe bestuurdersaansprakelijkheid 

Bij externe bestuurdersaansprakelijkheid gaat het om de verhouding van de bestuurder ten opzichte van derden, zoals schuldeisers. We onderscheiden twee situaties:

  • Situatie 1: Bestuurdersaansprakelijkheid bij faillissement: De curator spreekt namens de gezamenlijke schuldeisers (de faillissementsboedel) de bestuurder(s) aan vanwege handelingen die in de drie jaar voorafgaand aan het faillissement zijn verricht. 

Als het handelen een belangrijke oorzaak van het faillissement is geweest, zijn de bestuurders persoonlijk aansprakelijk. De curator kan in dit geval de bestuurder aanspreken voor het ‘boedeltekort’: het tekort dat ontstaat na vereffening van de BV en dat nodig is om alle schuldeisers volledig te voldoen.

  • Situatie 2: Individuele schuldeisers houden de bestuurder van een BV zelf aansprakelijk: De bestuurder moet dan onrechtmatig tegenover de schuldeiser hebben gehandeld. Dat kan op verschillende manieren:
  1. De bestuurder gaat namens de BV een verplichting aan, terwijl hij wist of redelijkerwijs had moeten weten dat de BV deze verplichting niet na zou kunnen komen en geen verhaal zou bieden (de Beklamel-norm). De bestuurder moet aantonen dat hem hiervan geen ernstig persoonlijk verwijt valt te maken.
  2. De bestuurder zorgt ervoor of staat toe dat de BV haar wettelijke of contractuele verplichtingen niet nakomt en hem een persoonlijk ernstig verwijt kan worden gemaakt. Bijvoorbeeld wanneer de bestuurder de BV ‘leeghaalt’, zodat voor de schuldeisers niets meer te verhalen valt en de bestuurder dus hun verhaalsmogelijkheid frustreert.
  3. De bestuurder voldoet niet aan schuldeiser A, maar wel aan schuldeiser B (zonder goede reden). Dit heet selectieve (non)betaling. De bestuurder moet dan aantonen dat de selectieve betaling in de gegeven omstandigheden gerechtvaardigd was.

5. De bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering

Als bestuurder neemt u veel beslissingen, waarbij u mogelijk fouten maakt. Het is daarom handig om een bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering af te sluiten. Hiermee bent u verzekerd als u persoonlijk aansprakelijk wordt gesteld. Ook wanneer een van uw medebestuurders (in geval van hoofdelijke aansprakelijkheid) een fout heeft gemaakt. 

Waarom zou u een bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering afsluiten? 
Het afsluiten van zo’n verzekering beschermt uw privévermogen wanneer u als bestuurder persoonlijk aansprakelijk wordt gesteld. 

Maar wat dekt een bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering dan precies? Dit verschilt uiteraard per polis, maar meestal vallen onder een bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering:

  • Aansprakelijkheid voor onbehoorlijke taakvervulling
  • Aansprakelijkheid voor onrechtmatige daad
  • Interne aansprakelijkheid binnen uw bedrijf, vereniging of stichting
  • Externe aansprakelijkheid
  • Bijstand van een advocaat

6. Bestuurdersaansprakelijkheid bij een BV in oprichting

Bij een BV in oprichting kan de oprichter handelen namens de naam BV in oprichting (i.o.). Voorafgaand aan de oprichting kunnen al overeenkomsten worden gesloten, maar deze moeten later door de BV worden bekrachtigd. Tot de bekrachtiging is de oprichter persoonlijk aansprakelijk alsof hij zelf partij is bij de overeenkomst. Na de bekrachtiging vervalt deze aansprakelijkheid in beginsel.

Als de BV haar verplichtingen niet nakomt en de oprichter wist of had moeten weten dat de BV deze verplichtingen niet kon nakomen, is de oprichter hoofdelijk aansprakelijk voor de schade van de schuldeiser. Als de BV binnen één jaar na oprichting failliet gaat, wordt zelfs vermoed dat de oprichter al wist dat de BV de verplichting niet zou nakomen. De oprichter kan dit vermoeden weerleggen met tegenbewijs.

7. Fiscale bestuurdersaansprakelijkheid 

Het niet betalen van belastingschulden en premies kan leiden tot (fiscale) bestuurdersaansprakelijkheid als dit te wijten is aan kennelijk onbehoorlijk bestuur door de bestuurder in de afgelopen drie jaar. 

Bij betalingsonmacht moet de bestuurder onmiddellijk aan de Belastingdienst melden dat de BV niet kan betalen. Als de bestuurder dit niet doet, wordt vermoed dat het niet betalen van belastingen komt door onbehoorlijk bestuur. De bestuurder moet dan bewijzen dat het niet kunnen betalen niet aan hem ligt en dat er geen sprake is van onbehoorlijk bestuur. Maak als bestuurder altijd (correct) een melding van betalingsonmacht. Dit verkleint de kans op een aansprakelijkstelling van de Belastingdienst.

Westland Partners: uw partner bij bestuurdersaansprakelijkheid

Bent u aansprakelijk gesteld of wilt u een bestuurder aansprakelijk stellen? Onze advocaten bij Westland Partners hebben ruime ervaring met dit soort procedures en staan u graag bij.

Neemt u gerust vrijblijvend contact met ons op.

Terug naar overzicht